ECLI:NL:RBNNE:2023:1474 - PONT Data&Privacy (2024)

Uitspraak

Afdeling strafrecht Locatie Groningen

parketnummer 18/850028-18

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 13 april 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

geboren op [geboortedatum] 1979 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 23 maart 2023.

Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr L. Klewer, advocaat te Leeuwarden.

Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door S.M. von Bartheld.

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

1. hij op of omstreeks 04 juni 2018 te Foxhol, gemeente Midden-Groningen, in elk geval in het arrondissem*nt Noord-Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk, in de uitoefening van een beroep of bedrijf,

heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres] )

2772 hennepstekken, 232 hennep(moeder)planten en/of 3742 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;

2. hij op of omstreeks 04 juni 2018 te St.-Jacobiparochie, gemeente Waadhoeke, opzettelijk aanwezig heeft gehad (in woning [adres] ) ongeveer 6850 gram (gedroogde) hennep(toppen) en/of 205 gram hennep(gruis), in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; en

hij in of omstreeks de periode van 15 november 2016 tot en met 4 juni 2018 te St.-Jacobiparochie, gemeente Waadhoeke, en/of (elders) in Nederland opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 19909 gram hennep (vermeld op notitiebriefje pagina 2475)), in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

3.

hij op of omstreeks 04 juni 2018 te St.-Jacobiparochie, gemeente Waadhoeke, een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en/of dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een gasdrukwapen gelijkend op een vuurwapen (merk/type) Walther P88, voorhanden heeft gehad;

4. hij in of omstreeks de periode van 20 juni 2016 tot en met 4 juni 2018 te Foxhol, gemeente(n) Hoogezand-Sapemeer en/of Midden-Groningen, in elk geval in het arrondissem*nt Noord-Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen hoeveelheden en/of een hoeveelheid stroom, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Enexis, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);

althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat

hij in of omstreeks de periode van 20 juni 2016 tot en met 4 juni 2018 te Foxhol, gemeente(n) Hoogezand-Sappemeer en/of Midden-Groningen, in elk geval in het arrondissem*nt Noord-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) een goed, te weten hoeveelheden en/of een hoeveelheid stroom heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het onder 4 primair en subsidiair ten laste gelegde. Daarnaast heeft hij gedeeltelijke vrijspraak gevorderd voor het tweede gedeelte van het onder 2 ten laste gelegde, namelijk het opzettelijk aanwezig hebben van 19.909 gram hennep. Voor de overige feiten heeft de officier van justitie veroordeling gevorderd.

Standpunt van de verdediging

De raadsman heeft eveneens betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken het onder 4 primair en subsidiair ten laste gelegde. Met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde heeft de raadsman aangegeven dat het verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van hennep niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. Met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde heeft de raadsman betoogd dat verdachte vrijgesproken dient te worden van het opzettelijk aanwezig hebben van 19.909 gram hennep. De raadsman heeft zich met betrekking tot de overige feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

Oordeel van de rechtbank

Vrijspraak feit 4 primair en subsidiair

Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat het onder 4 primair en subsidiair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend kan worden bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.

Partiële vrijspraak feit 2

Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat het opzettelijk aanwezig hebben van 19.909 gram hennep niet wettig en overtuigend kan worden bewezen, zodat verdachte van dit deel van de tenlastelegging zal worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Verdachte heeft erkend dat hij meermalen in de hennepkwekerij in Foxhol is geweest en daar ook werkzaamheden heeft verricht. Daarnaast heeft hij aangegeven dat hij de hennep, die in zijn woning is aangetroffen, mee heeft genomen uit de kwekerij. Tot slot heeft hij het bezit van het gasdrukwapen, dat in zijn woning is aangetroffen, erkend. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.

Deze opgave luidt als volgt:

Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde

  1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 23 maart 2023;

  2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 5 juni

2018, opgenomen op pagina 1339 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2017336175 d.d. 1 juli 2019, inhoudend het relaas van verbalisanten;

3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aanhouding d.d. 4 juni 2018, opgenomenop pagina 709 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende het relaas van verbalisanten.

Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde

  1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 23 maart 2023;

  2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen doorzoeking pand B d.d.5 juni 2018, opgenomen op pagina 1439 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende het relaas van verbalisant;

  3. een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 86 e.v. van voornoemd dossier;

  4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 juni 2018,opgenomen op pagina 2482 van voornoemd dossier, inhoudende het relaas van verbalisanten.

Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde

  1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 23 maart 2023;

  2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen doorzoeking pand B d.d.5 juni 2018, opgenomen op pagina 1439 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende het relaas van verbalisant;

  3. een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 84 e.v. van voornoemd dossier;

  4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 16 juli 2018, opgenomen op pagina2392 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende het relaas van verbalisant.

De rechtbank acht het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:

1.

hij op 4 juni 2018 te Foxhol, gemeente Midden-Groningen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk, in de uitoefening van een beroep of bedrijf, heeft geteeld, bereid, bewerkt en verwerkt, 2772 hennepstekken, 232 hennep(moeder)planten en 3438 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II; 2.

hij op 4 juni 2018 te St.-Jacobiparochie, gemeente Waadhoeke, opzettelijk aanwezig heeft gehad (in woning [adres] ) ongeveer 6850 gram (gedroogde) hennep(toppen) en 205 gram hennep(gruis), zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;

3.

hij op 4 juni 2018 te St.-Jacobiparochie, gemeente Waadhoeke, een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een gasdrukwapen gelijkend op een vuurwapen (merk/type) Walther P88, voorhanden heeft gehad.

Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

  1. medeplegen van in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een inartikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;

  2. opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;

  3. handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een taakstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaar. De officier van justitie heeft bij zijn strafeis rekening gehouden met het feit dat sprake is van overschrijding van de redelijke termijn.

Standpunt van de verdediging

De raadsman heeft de rechtbank verzocht om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en de negatieve consequenties die het feit en de daarop volgende aandacht in de media voor verdachte hebben gehad.

Oordeel van de rechtbank

Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportage, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.

De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

Verdachte is als medepleger betrokken geweest bij een zeer professionele hennepkwekerij. Verdachte heeft goederen geleverd voor de hennepkwekerij en heeft in de kwekerij ook werkzaamheden verricht. Daarnaast heeft verdachte in zijn woning een grote hoeveelheid (gedroogde) hennep(toppen) en hennepgruis voorhanden gehad. Het telen van hennep veroorzaakt overlast en schade voor de maatschappij. Softdrugs zijn immers stoffen die bij (langdurig) gebruik kunnen leiden tot schade aan de gezondheid en tot verslavingsproblematiek. Daarnaast gaat hennepteelt en de handel in verdovende middelen vaak gepaard met verschillende vormen van criminaliteit, zoals geweldsdelicten en vermogenscriminaliteit. Verdachte heeft met zijn handelen bijgedragen aan de instandhouding van het drugscircuit en de daaraan gerelateerde criminaliteit. Ten slotte heeft verdachte een op een vuurwapen gelijkend gasdrukwapen voorhanden gehad. Het ongecontroleerde bezit van een dergelijk voorwerp is niet toegestaan en kan een gevoel van onveiligheid in de maatschappij veroorzaken. Hoewel verdachte de ten laste gelegde feiten heeft bekend, probeert hij zijn rol zo klein mogelijk te maken, bagatelliseert hij hetgeen hij heeft gedaan en plaatst hij zichzelf in een slachtofferrol. De rechtbank vindt deze houding zorgelijk.

In de oriëntatiepunten van het LOVS wordt voor een hennepkwekerij van 500 tot 1.000 hennepplanten een taakstraf van 180 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden als uitgangspunt gehanteerd. De omvang van de hennepkwekerij in onderhavige zaak betreft een veelvoud van 1.000 planten, namelijk ruim 4.000 planten. Voor het opzettelijk aanwezig hebben van 5.000 tot 10.000 gram hennep wordt als uitgangspunt een gevangenisstraf van 4 maanden gehanteerd. Tot slot is voor het voorhanden hebben van een op een vuurwapen gelijkend gasdrukwapen het uitgangspunt een geldboete.

Uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij in het verleden vaker is veroordeeld ter zake van Opiumwet gerelateerde delicten. De rechtbank weegt dit in zijn nadeel mee, maar houdt er ook rekening mee dat verdachte na zijn aanhouding in 2018 geen soortgelijke feiten meer heeft gepleegd.

Overschrijding van de redelijke termijn

In deze zaak is sprake van een aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn. Op grond van artikel 6 lid 1 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden heeft iedere verdachte het recht om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Verdachte is op 4 juni 2018 in verzekering gesteld. Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van een zaak, de invloed van de verdachte en zijn advocaat op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.

Van bijzondere omstandigheden is de rechtbank niet gebleken. Dat de beoordeling van het dossier en de planning van de zitting te lang op zich hebben laten wachten is in deze zaak niet toe te rekenen aan de verdediging.

De redelijke termijn is in aanzienlijke mate overschreden, te weten bijna 3 jaar. De rechtbank is van oordeel dat deze overschrijding een sterke matiging van de op te leggen straf tot gevolg dient te hebben. Hoewel de ernst van de feiten zonder meer een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur rechtvaardigen, acht de rechtbank gelet op de overschrijding van de redelijke termijn een gevangenisstraf niet passend, ook niet in voorwaardelijke vorm.

De rechtbank is, alles afwegende, van oordeel dat kan worden volstaan met de door de officier van justitie geëiste taakstraf.

Enexis Netbeheer B.V. heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 189.357,97 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. Daarnaast is er een bedrag van € 4.068,58 gevorderd aan proceskosten.

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat, gelet op de geëiste vrijspraak voor feit 4 (diefstal van stroom), de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

Standpunt van de verdediging

De raadsman heeft bepleit dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank acht het feit niet bewezen waaruit de schade zou zijn ontstaan. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 22c, 22d, 47, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet en de artikelen 13 en 55 van de Wet wapens en munitie.

Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 4 primair en subsidiair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.

Verklaart het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.

Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.

Veroordeelt verdachte tot:

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 90 dagen zal worden toegepast.

Beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren per dag inverzekeringstelling.

Verklaart de vordering van Enexis Netbeheer B.V. niet-ontvankelijk. Deze vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht. Bepaalt dat de benadeelde partij haar eigen proceskosten draagt.

Dit vonnis is gewezen door mr. M.B.W. Venema, voorzitter, mr. O.J. Bosker en mr. H.R. Bracht, rechters, bijgestaan door mr. G. Langius, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 april 2023.

Mr. H.R. Bracht is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

ECLI:NL:RBNNE:2023:1474 - PONT Data&Privacy (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Saturnina Altenwerth DVM

Last Updated:

Views: 5852

Rating: 4.3 / 5 (64 voted)

Reviews: 95% of readers found this page helpful

Author information

Name: Saturnina Altenwerth DVM

Birthday: 1992-08-21

Address: Apt. 237 662 Haag Mills, East Verenaport, MO 57071-5493

Phone: +331850833384

Job: District Real-Estate Architect

Hobby: Skateboarding, Taxidermy, Air sports, Painting, Knife making, Letterboxing, Inline skating

Introduction: My name is Saturnina Altenwerth DVM, I am a witty, perfect, combative, beautiful, determined, fancy, determined person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.